Verbanden in metselwerk

Bakstenen worden merendeels in een metselverband verwerkt zoals het meest voorkomend: halfsteensverband of wildverband. Dit geeft het metselwerk sterkte en stabiliteit. 


Traditionele verbanden

Halfsteensverband


Verspringende verticale voegen

Bij het halfsteensverband verspringen de verticale voegen (stootvoegen) met de helft van de baksteen lengte. Het geheel bestaat vrijwel alleen maar uit lagen met strekken.

Dit verband geeft een rustig beeld aan de gevel met een gering materiaalverlies.



Wildverband

Willekeurige volgorde van koppen en strekken

Het wildverband bestaat uit een willekeurige volgorde van koppen en strekken naast elkaar. De Uitvoeringsrichtlijn 357 ‘Metselwerkconstructies’ stelt een aantal voorwaarden aan het verband om patronen te voorkomen.

  • Hoeken die beginnen met een strek, drieklezoor of een kop.
  • Vallende tanden niet groter dan 6 lagen.
  • Sprongen niet meer dan 6 van 1 klezoor boven of schuin boven elkaar.
  • Een verband dat niet op een of ander regelmatig verband lijkt.

Kruisverband

Een rij koppen en een rij stekken

Het kruisverband kent afwisselend een rij koppen en een rij strekken. In tegenstelling tot het staand verband liggen de stootvoegen van de strekken laag niet onder elkaar maar liggen de bakstenen in verband. Deze verspringen een halve steen.

Voor kruisverband adviseren wij je een baksteen te kiezen met een geringe afwijking in maatverschillen en een goede kop-strek verhouding.



Klezorenverband

Kwart van de steenlengte verspringen

Als variant op het halfsteensverband is het klezorenverband waar de bakstenen met een kwart van de steenlengte verspringen. De lagen bakstenen overlappen elkaar met een steenlengte van ¾ steen. Bij klezorenverband wordt onderscheid gemaakt tussen klezorenverband met vallende tand (links of rechts) of staande tand.

Op het plaatje is klezorenverband met staande tand te zien waarbij de lagen een klezoorlengte verspringen die om de andere laag weer terug verspringt. Zodra de lagen steeds in één richting verspringen spreken we van een vallende tand die naar links of naar rechts verwerkt kan worden.